Gemeenten in Nederland hebben maar liefst voor ruim 1,4 miljard open staan aan onterecht uitgekeerde bijstand. Of de inning daarvan nog gaat lukken, moet echter zwaar worden betwijfeld. Rotterdam heeft nog een bedrag van 142 miljoen tegoed, Amsterdam 105 miljoen en Utrecht 35 miljoen. Sinds 2013 zijn gemeenten vrij in de manier waarop ze bijstandsfraude aanpakken. Pas bij misbruik boven de 50.000 euro is men verplicht aangifte te doen bij het Openbaar Ministerie (OM) Deze aangiftegrens lag eerder op 10.000 euro. Volgens het landelijk Contact Sociaal Rechercheurs (LCSR) worden in sommige gemeenten bijstandsfraudeurs helemaal niet meer opgespoord en vervolgd. Hooguit wordt de uitkering stopt gezet. Kleine zaken en vergissingen worden wel aangepakt en beboet, de echte oplichters gaan veelal vrijuit en dus loont bijstandsfraude in veel gevallen, aldus de LCSR.

Het Hof in ’s-Hertogenbosch heeft in een Hoger beroep kort geding, aangespannen door een bewindvoerster, uitspraak gedaan over een aantal zaken zoals de gevolgen van een betekening vonnis en beslaglegging  aan onderbewindgestelde in plaats van aan de bewindvoerster en het rekening houden met de beslagvrije voet na overmaking op een bankrekening. Zie voor meer informatie tevens op www.schuldinfo.nl.

Gerechtsdeurwaarders zijn boos op het CJIB. Deze organisatie koerst met de nieuwe aanbesteding van het aangeboden werk aan op een bedrag van slechts 87 eurocent per vordering. Tegen die prijs kan het werk niet worden uitgevoerd en zullen, om toch nog een bepaald rendement te halen, de kosten daarom worden afgewenteld op de schuldenaar, zo stellen de deurwaarders. Het voorkomen van kosten heeft de laatste tijd juist meer prioriteit gekregen. Door de vele en vaak hoge kosten, komen schuldenaren vaak in grotere financiële problemen. Door een vermindering van opdrachten, aanpassing van tarieven e.d. zijn er inmiddels ook deurwaarderskantoren in de problemen gekomen of zelfs gesloten.

 De kans is groot dat gemeenten en waterschappen (voorlopig) geen gebruik kunnen maken van de overheidsvordering. Er doen zich problemen voor bij de controle van de juistheid van de banknummers van de belastingschuldigen. Gemeenten en waterschappen zijn zelf verantwoordelijk voor de juistheid en controle van deze nummers. De Belastingdienst verzorgde tijdens de pilot deze controle, bij een landelijke invoering van de overheidsvordering is dat echter niet mogelijk. Het is nu maar zeer de vraag of de gewenste invoeringsdatum van 01 januari 2016 haalbaar zal zijn, overheidsvorderingen welke verkeerd worden gelegd zullen zeker leiden tot veel negatieve publiciteit en zelfs mogelijke verzoeken tot schadevergoeding. De overheidsvordering staat ook op andere wijze ter discussie. Het zou schuldenaren verder in problemen kunnen brengen, verder is deze wijze van invorderen uitsluitend toebedeeld aan de overheid. Gerechtsdeurwaarders kunnen er geen gebruik van maken. De overheidsvordering is een onderwerp tijdens de DCN studie- en actualiteitendag op 07 oktober 2015.

Hoge verkeersboetes van 225 euro of meer, kunnen vanaf 01 juli 2015 in termijnen worden betaald. Bij de schuldenaren die wel willen, maar niet in een keer kunnen betalen, wordt zo voorkomen dat men te maken krijgt met extra kosten, het bezoek van een deurwaarder of zelfs een gijzeling. Dit laatste staat overigens al ter discussie, er zijn inmiddels rechters die verzoeken tot gijzeling op grond van openstaande boetes naast zich neer leggen. Naar schatting komen jaarlijks 375.000 personen voor de nieuwe regeling in aanmerking.

Gerechtsdeurwaarder Wim Hoeve stopt ermee. Na een schorsing van 6 maanden (opgelegd door de Koninklijke Beroepsorganisatie van Gerechtsdeurwaarders) vanwege liquiditeitsproblemen, ziet hij geen perspectief op een doorstart. Zijn besluit wordt mede ingegeven door het feit dat, volgens hem, er meer maatregelen op de beroepsgroep afkomen welke gaan zorgen voor een verdere omzetdaling. Hoeve is bijna 25 jaar gerechtsdeurwaarder geweest, hij is wel van plan om zijn online veilingactiviteiten waarmee hij 13 jaar geleden is begonnen, verder voort te zetten.

Aangezien de Consumentenbond al jaren veel klachten ontvangt over incasso’s, begint deze organisatie een klachtenmeldpunt. Men wil een nog beter inzicht krijgen in deze problematiek en zo nodig de incassobranche en de politiek hierop aanspreken.Volgens de bond staan de incassokosten vaak niet in verhouding tot de openstaande schuld, komt er intimiderend gedrag voor van schuldeisers en is de menselijke maat bij het incasseren van de schuld volledig zoek.Ook het gegeven dat bedrijven en incassobureaus soms flink verdienen aan de schulden van mensen, is niet meer van deze tijd.Kritiek op de incassobranche is niet nieuw, de roep om het kaf van het koren te scheiden door middel van een certificering, wordt echter steeds luider.

Er wordt al geruime tijd gesproken over een vereenvoudiging van de berekening van de beslagvrije voet, een aanpassing van de huidige werkwijze lijkt nu toch wel aanstaande. Zo mag worden opgemaakt uit de Kamerbrief voortgang vereenvoudiging beslagvrije voet. De Landelijke Organisatie Sociaal Raadslieden (LOSR) en de Koninklijke Beroepsorganisatie van Gerechtsdeurwaarders (KBvG) hadden in een eerdere termijn al bezwaren kenbaar gemaakt tegen de huidige wijze van berekenen. Op de DCN studie- en actualiteitendag 2015, op 07 oktober a.s., zal de aanpassing van de berekening van de beslagvrije voet zeker aan de orde komen.

Het ministerie van Veiligheid en Justitie heeft laten weten dat met ingang van 01 juli 2015 de verplichte aanhef van dwangbevelen, grossen e.d. wijzigen van in “In naam der Koning” in “In naam van de Koning”. Een en ander volgt uit de Verzamelwet Veiligheid en Justitie 2013 (Staatsblad 2014 nr. 540) In ARTIKEL XXVI is opgenomen dat art. 430 lid 2 Rv zal worden gewijzigd, <In naam des Konings> wordt vervangen door: In naam van de Koning. Deze verzamelwet trad nog niet eerder in werking. In de toelichting bij het Besluit van 15 december 2014 tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de Verzamelwet Veiligheid en Justitie (Staatsblad 2014 nr. 541) wordt aangegeven dat onder meer deze bepaling op een later moment in werking zal treden.