Besluit van de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 16 december 2020, tot aanwijzing van beslagleggende partijen waarop artikel XXIIIC van de Wet vereenvoudiging beslagvrije voet van toepassing is

De Wet vereenvoudiging beslagvrije voet (WvBVV) is per 1 januari 2021 in werking getreden. Implementatie van die wet vraagt om een complexe ICT-matige aanpassing. Daarom hebben verschillende partijen aangegeven niet tijdig de wet volledig te kunnen uitvoeren. Om deze partijen iets meer tijd voor de implementatie te geven, is in de Wet vereenvoudiging beslagvrije voet overgangsrecht opgenomen. Het overgangsrecht houdt in dat bij ministerieel besluit aan te wijzen partijen tot uiterlijk 1 juli 2021 de mogelijkheid wordt geboden, na een gemotiveerde verzoek daartoe, om de beslagvrije voet vast te stellen op basis van artikel 475d van het Wetboek voor Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) zoals dit gold voor inwerkingtreding van de WvBVV. Een aantal gemeenten en samenwerkingsverbanden hebben aangegeven van het overgangsrecht gebruik te willen maken. Lees hier verder.